Magazijn: veilig naar binnen en buiten (deuren) (BRANCHEAFSPRAAK)
Bij het naar binnen en naar buiten gaan van het magazijn kan aanrijdingsgevaar ontstaan. Dit komt door onoverzichtelijkheid en doordat medewerkers en bezoekers geen rekening houden met het feit dat de chauffeurs hen niet kunnen zien aankomen. Bij het naar binnen respectievelijk naar buiten gaan kan het zicht van de chauffeur even minder zijn, omdat de ogen snel moeten aanpassen aan de verlichting. Vanwege deze risico’s gelden hiervoor de volgende richtlijnen:
- Zoveel als mogelijk worden afzonderlijke voetgangersdeuren toegepast naast de automatische deuren/rolpoorten.
- Automatische deuren en hekken functioneren zodanig dat zij geen (knel) gevaar opleveren voor personen.
- Bij het ontbreken van een afzonderlijke voetgangersdeur zijn medewerkers geïnstrueerd dat zij niet in de doorgang mogen lopen als er een voertuig aan komt en zijn de doorgangen bij eenrichtingsverkeer tenminste 60 cm breder dan de breedste last die door die doorgang wordt vervoerd. Bij tweerichtingsverkeer 90 cm breder dan tweemaal de maximale breedte van de last.
- Bezoekers worden niet zonder begeleiding toegelaten in zones waar aanrijdingsgevaar bestaat.
Bovenstaande afspraken overlappen met en zijn deels een aanvulling op het Arbobesluit. Overige maatregelen die genoemd zijn in het Arbobesluit artikel 3.13 worden ook nageleefd.
Goede praktijken bij deze richtlijn
- Veilige looproutes in het magazijn (PRAKTIJKVOORBEELD)
- Automatische deur met doorzichtig paneel (PRAKTIJKVOORBEELD)
- Veilige ingang en uitgang van het magazijn (PRAKTIJKVOORBEELD)
- Cultuur en gezond gedrag bevorderen (PRAKTIJKVOORBEELD)
Meer informatie
Arbo-Informatieblad AI 14 4edruk ‘Inrichten van bedrijfsruimtes’ (Sdu).Branddeuren eisen NEN-EN 1634-1
Relatie met wet
Relatie met RI&E
Nr. 1.4.1.6
Magazijn: veilig naar binnen en buiten (deuren) (BRANCHEAFSPRAAK)
Bij het naar binnen en naar buiten gaan van het magazijn kan aanrijdingsgevaar ontstaan. Dit komt door onoverzichtelijkheid en doordat medewerkers en bezoekers geen rekening houden met het feit dat de chauffeurs hen niet kunnen zien aankomen. Bij het naar binnen respectievelijk naar buiten gaan kan het zicht van de chauffeur even minder zijn, omdat de ogen snel moeten aanpassen aan de verlichting. Vanwege deze risico’s gelden hiervoor de volgende richtlijnen:
- Zoveel als mogelijk worden afzonderlijke voetgangersdeuren toegepast naast de automatische deuren/rolpoorten.
- Automatische deuren en hekken functioneren zodanig dat zij geen (knel) gevaar opleveren voor personen.
- Bij het ontbreken van een afzonderlijke voetgangersdeur zijn medewerkers geïnstrueerd dat zij niet in de doorgang mogen lopen als er een voertuig aan komt en zijn de doorgangen bij eenrichtingsverkeer tenminste 60 cm breder dan de breedste last die door die doorgang wordt vervoerd. Bij tweerichtingsverkeer 90 cm breder dan tweemaal de maximale breedte van de last.
- Bezoekers worden niet zonder begeleiding toegelaten in zones waar aanrijdingsgevaar bestaat.
Bovenstaande afspraken overlappen met en zijn deels een aanvulling op het Arbobesluit. Overige maatregelen die genoemd zijn in het Arbobesluit artikel 3.13 worden ook nageleefd.
Goede praktijken bij deze richtlijn